Mini vruchtentaartjes
Mini vruchtentaartjes
Deze minitaartjes hebben een vulling van stevige custard die perfect samengaat met zomers fruit zoals aardbeien en frambozen. Varieer met fruit en creëer je eigen frisse traktatie. Voor het maken van deze taartjes heb je bakringen nodig van ongeveer 8 centimeter doorsnede. Hiermee kun je koeken bakken met een rechtopstaande rand, die je na het bakken kunt opvullen.
Ingrediënten
Ingrediënten
9 stuks
Bodem
200 g bloem
80 g witte basterdsuiker
1 el bakpoeder
snufje zout
140 g margarine
1 tl water
Vulling
45 g maïzena
400 ml Alpro vanillemelk
60 g witte basterdsuiker
Topping
300 g zachtfruit. Bijvoorbeeld aardbeien, frambozen, bramen en/of bosbessen
Verder nodig
9 bakringen met een diameter van ongeveer 8 centimeter
1. Voorzie een bakplaat van bakpapier en leg de bakringen hier verspreid bovenop.
Bodem
2. Meng de bloem, suiker, bakpoeder en zout in een kom of pan. Gebruik hiervoor je handen. Indien je klontjes tegenkomt; verpulver deze tussen je vingers.
3. Voeg de margarine toe en kneed het geheel met de hand tot een gelijkmatig deeg, tot er geen klontjes margarine meer door het deeg zitten. Voeg daarna de theelepel water toe en kneed dit kort door het deeg heen, tot het water gelijkmatig in het deeg is opgenomen.
4. Verdeel het deeg in negen bolletjes en leg deze in de bakringen. Gebruik je vingers of een vochtige lepel om het deeg te verspreiden over de bodem en vorm opstaande randen van ongeveer 2 centimeter. Gebruik een klein vorkje om zoveel mogelijk gaatjes in het deeg te prikken: in de bodem en in de opstaande randen. Dit zorgt ervoor dat het deeg tijdens het bakken minder hoog rijst en er ruimte overblijft om de koek op te vullen.
5. Bak de koeken goudbruin in een voorverwarmde oven: ongeveer 30 minuten op 180° Celsius.
6. Vlak nadat ze uit de oven zijn gekomen is het beste moment om de koeken uit de bakringen te verwijderen. Ga met een klein, dun mes langs de rand tussen de koek en de bakring langs. Gebruik daarna een ovenhandschoen om de bakring op te tillen; druk de koek voorzichtig naar beneden zodat de bakring loskomt. Laat de koeken afkoelen tot kamertemperatuur.
Vulling
7. Doe de maïzena in een pan. Voeg een klein scheutje vanillemelk toe en mix dit met een garde tot alle maïzena niet meer poedervormig is. Voeg dan de rest van de vanillemelk en de basterdsuiker toe. Breng dit aan de kook op een middelhoog vuur en blijf aldoor goed roeren met de garde om te voorkomen dat de bodem aanbakt.
8. Wanneer het heeft gekookt en de schuimlaag bovenop de custard is verdwenen, is het klaar. Verdeel de custard met een lepel over de negen koekbodems.
Topping
9. Decoreer de koeken kort voor serveren met het zachtfruit.
